Figuren schilderen

deel 2

Deze techniek gebruikt u best voor kleinere figuren (max 15 cm). U kan dit toepassen voor alle soorten houdingen. Staand, lopend, rijdend met fiets, springen, zittend, enz.)

Schets uw figuur op uw aquarelblad. 

Voor kleinere figuren teken ik geen mond, neus, oren, ogen, hals, vingers en voeten. Deze zouden uw werk enkel maar lelijker maken. 

De benen zijn iets langer dan normaal. Ingeval uw figuur stapt, teken je het ene been langer dan het andere.

Kies een kleur. Maak uw papier niet nat. Zorg er voor dat je een kleur kiest waarmee je lichte en donkere toetsen kan maken, door er meer of minder water toe te voegen.

Plaats de donkere tint (= weinig water) van deze kleur in de schaduwen of op de donkere plekken. Laat niet volledig opdrogen en ga meteen naar volgende stap.

Met proper water trek je nu de kleuren open. Laat hier en daar wit of bleke tint. Aan de lichtkant laat je zeker een lichte tint.

Je schildert nu de rest van de figuur op dezelfde wijze als hierboven. Voeg tevens de schaduw toe.

Opmerking: ik schilder de schaduw met dezelfde kleuren als deze van de figuur.

De handen en het gelaat krijgen de kleur van gebrande sienna. Zo ook de benen van figuren met een rok of kleed. Nogmaals, geen ogen, mond, enz... Ook hier rekening houden met de lichtinval.

Werk af met de achtergrond. De plaats van lichtinval is klaarder, alhoewel er nog steeds een contrast is met het lichte gedeelte van de figuur.